Klop het ei los en voeg daarna de helft van het ei samen met de witte basterdsuiker, roomboter, zelfrijzend bakmeel, vanillesuiker, een snufje zout en 1 theelepel kaneel in een kom en meng dit met een keukenmachine of kneed met de hand tot een soepel deeg. Verdeel het deeg daarna in 3 delen.
Schil ondertussen de appels, snijd ze in dunne partjes en doe ze in een mengkom. Voeg 1 theelepel kaneel samen met de kristalsuiker en meng dit. Voeg daarna het suiker/kaneelmengsel toe aan de appels en meng dit daarna goed door elkaar.
Vet een springvorm in. Neem 1/3 deel van het deeg en maak daar de bodem van de appeltaart van. Neem nog eens 1/3 deel van het deeg voor de zijkant van de appeltaart en verdeel dit over de binnenrand van de springvorm. Voor mij werkt het het beste wanneer ik het deeg uitrol en in brede stroken snijd en daarna verdeel over de binnenkant van de zijkant van de springvorm.
Strooi de paneermeel over de bodem, dit absorbeerd het vocht uit de appels.
Neem het laatste deel van het deeg (nog eens 1/3 deel) en rol dit uit. Maak mooie stroken en verdeel deze over de appeltaart. Doe dit in een ruitvorm voor het echte "appeltaarteffect". Bestrijk daarna de appeltaart met de overgebleven helft van het geklopte ei.
Bak de appeltaart op 170 graden in 60 minuten gaar. Laat de appeltaart daarna wat afkoelen voordat de springvorm wordt verwijderd. Serveer de appeltaart warm met een toef (verse) slagroom.